Community of Practice - Ruimte voor energie
Waar: Locatie Witteveen+Bos
Voor wie: Leden, NLingenieurs verstuurt een uitnodiging per e-mail naar genodigden
Achtergrond
Het meenemen van energie in ruimtelijke plannen is nog geen standaard, want energie kwam tot op heden van een paar grote centrales of winningslocaties, en werd via pijpen en kabels overal naartoe gebracht. Het toekomstige duurzame energiesysteem gaat veel meer ruimte vragen, ruimte die schaars is. Er moet letterlijk en figuurlijk ruimte worden gemaakt voor het energiesysteem. Het programma Ruimte voor Energie van TNO onderzoekt deze opgave. Voor decentrale overheden en netbeheerders vraagt dit een andere manier van werken, opereren en besluitvormen. Dat vraagt om zijn beurt weer om leren, experimenteren en ontdekken. Adviesbureaus die de overheden en netbeheerders helpen bij ruimtelijke opgaven en het energiesysteem kunnen een belangrijke rol spelen bij het komen tot die standaard. Daarom heeft TNO NLingenieurs benaderd om samen een CoP op te zetten.
Het doel van dit lerend netwerk is:
- Uitwisselen van ervaringen en leren van elkaar;
- Verzamelen van goede voorbeelden;
- Fungeren als gebruiksgroep van de resultaten van het onderzoeksprogramma Ruimte voor Energie.
Onderzoeksprogramma Ruimte voor Energie
Het TNO onderzoeksprogramma Ruimte voor Energie is een voor en met de praktijk gericht programma. Het doel van het programma is kennis en instrumenten te ontwikkelen waardoor besluitvorming over energie en ruimte beter op elkaar aansluit. Voor decentrale overheden, netbeheerders en adviseurs vraagt dit een andere manier van werken, opereren en besluitvormen. Dat vraagt om zijn beurt weer om leren, experimenteren en ontdekken. Door een combinatie te maken van kennisontwikkeling, validatie van resultaten bij mogelijke gebruikers en het ophalen van ervaringen uit de praktijk levert TNO in dit programma handvatten om ruimte en energie meer aan elkaar te verbinden. Het programma richt zich op twee componenten: besluitvormingsproces en samenwerking; en tooling en informatiesystemen.
De scope van het programma richt zich op de volgende aspecten:
- Energietransitie op land;
- Projecten en gebieden met een meer regionale of bovengemeentelijke functie, die van invloed zijn op de inrichting van het energiesysteem;
- De hele energieketen (van productie tot consumptie);
- De te ontwikkelen kennis moet generiek toepasbaar en opschaalbaar zijn.
TNO heeft drie doelgroepen geïdentificeerd waar het programma handvatten voor bied.
De advies- en ingenieursbureaus zijn daar één van.