De vier criteria

De mate van vernuft bij de beoordelingen van projecten is doorslaggevend. De jury controleert of de ingezonden projecten voldoen aan: 

  • Innovatie: het project introduceert iets nieuws en is praktisch toepasbaar.
  • Maatschappelijke waarde: het project levert een bijdrage aan het oplossen van een maatschappelijk probleem en draagt bij aan de uitstraling van het ingenieursvak.
  • Economische waarde: er is een markt voor het project en het heeft exportpotentie.
  • Technologisch geavanceerd: de gebruikte techniek is van hoge kwaliteit en patenteerbaar, dus niet eerder bedacht.

 

De criteria zijn in verschillende aspecten onderverdeeld:

A. Innovatief

A.1 Hoe nieuw is de gekozen aanpak?
Het project introduceert een nieuwe aanpak, nieuwe methode, nieuwe toepassing, nieuw materiaal of nieuw product. Het nieuwe kan ook zijn de wijze van het combineren van bestaande technieken. Hoe ingenieus, onverwacht, origineel is de in het project gebruikte techniek?

A.2 Praktisch nut
Het project levert een concreet resultaat waar de opdrachtgever of de gebruiker iets aan heeft of iets mee kan.  

A.3 Toepasbaar
Het project is daadwerkelijk uitgevoerd, of is in uitvoering, waarmee de toepasbaarheid van de techniek is bewezen. Is de techniek ook in andere situaties toepasbaar?

A.4 Esthetisch
Het project heeft door zijn vormgeving, constructie en/of materiaalkeuze een esthetische waarde. Los van de subjectiviteit van het begrip, heeft het project als oogmerk of bijeffect dat het schoonheid levert.

B. Maatschappelijke waarde

B.1 Maatschappelijk relevant
Het project heeft te maken met een maatschappelijk probleem, bijvoorbeeld op het gebied van waterbeheer, milieu, verkeer, veiligheid, voedselvoorziening, enzovoorts. Hoe urgent of algemeen is het probleem dat ermee wordt aangepakt?

B.2 Duurzaamheid
Een streepje voor hebben projecten die een bijdrage leveren aan vermindering van grondstoffen- of energiegebruik, die duurzame bronnen gebruiken of het gebruik daarvan mogelijk maken of die bijdragen aan biodiversiteit.

B.3 Probleemoplossend
Het project biedt een oplossing voor een bepaald maatschappelijk probleem. In welke mate biedt het die oplossing? Is de oplossing breed inzetbaar of alleen in de toegepaste situatie?

B.4 Uitstraling
Het project interesseert een breder publiek voor techniek en innovatie en verhoogt de interesse van (aspirant) studenten voor technische studies.

C. Economische waarde

C.1 Economisch potentieel
Het project bedient niet alleen de opdrachtgever, maar kan ook een bredere markt veroveren of een nieuwe markt openen. Het economisch potentieel blijkt bijvoorbeeld uit belangstelling van andere opdrachtgevers.

C.2 Exportpotentie
Het project is niet alleen interessant voor de lokale markt, maar kan ook elders in de wereld worden ingezet en heeft het dus in zich een exportproduct te worden. Daarbij kan het zowel om een concreet product als om specifieke deskundigheid gaan.

D. Technologische geavanceerd

D.1 Technische kwaliteit
De in het project gebruikte techniek is van hoge kwaliteit. Dat uit zich in zaken als benodigde vakspecialisatie, complexiteit, vereiste toleranties.

D.2 Patenteerbaarheid 
De in het project gebruikte techniek is patenteerbaar. Los van de vraag of er al dan niet daadwerkelijk een patent is aangevraagd of toegekend, het geeft aan dat de gebruikte techniek nieuw is en nog niet eerder bedacht of toegepast.