
De infrastructuur is verouderd - interview met Jan Wessels, Boorsma
Wil je je voorstellen?
Ik ben Jan Wessels en werk bijna 30 jaar bij Boorsma: na mijn studie aan de TU Delft m’n eerste – en tot nu toe – enige werkkring. Ik ben opgeleid als constructeur om constructies te berekenen en te ontwerpen, maar later in mijn loopbaan ben ik meer in projectleiding en projectmanagement terechtgekomen. Sinds 2016 ben ik directeur van Boorsma. Ons bedrijf heeft ruim 60 medewerkers, verdeeld over drie vestigingen. Naast mijn directietaken, werk ik ook als adviseur aan projecten. Ik houd mij voornamelijk bezig met V & R (Vervanging en Renovatie) projecten.
Wat waren hoogtepunten en dieptenpunten in jouw werk?
Hoogtepunten waren voor mij de grote projecten waaraan ik heb meegewerkt, zoals de Noord-Zuidlijn in Amsterdam. Ik ben ook erg trots op de grote sluisprojecten in Limburg, waar we wel 6 of 7 jaar lang bij betrokken waren. De sluis in Terneuzen is recent door twee koningen geopend. Ik ben er trots op dat we als relatief klein bureau toch aan zulke grote projecten hebben meegewerkt. Dieptepunten waren voor mij vooral het verlies van enkele collega's. Dat raakt uiteraard meer dan financiële tegenvallers of materiële schade.
Wat is de huidige staat van onze infrastructuur?
Infrastructuur is een heel breed begrip. Het is daarom lastig om een algemeen oordeel over onze infrastructuur te geven. Ik denk dat we op zich in vergelijking met de landen dicht om ons heen nog een redelijk goede infrastructuur hebben. Wel vraagt het veel om dit niveau te behouden of te verbeteren, wat ook noodzakelijk is. Want er zijn delen in onze infrastructuur waar het niet meer op het vereiste niveau zit. Er is veel onderhoudswerk en renovatie nodig. We hebben een dichte infrastructuur die erg fijn vertakt is en de Randstad is een regio die tot de meest stedelijke en dichtbevolkte regio’s van Europa behoort. Ons net van infrastructuur grijpt zo dicht in elkaar, dat wij het ons niet kunnen permitteren om een hoofdader of -object in de infra een tijdje buiten gebruik te stellen. Dat is echt een verschil met omringende landen waar de dichtheid van de infra lager is.
Wat zijn volgens jou belangrijke trends op het gebied van infrastructuur in Nederland?
De infrastructuur veroudert
De grote hoeveelheid objecten die we hebben in de infra verouderen. Dit wordt ook genoemd in het rapport van TNO ‘Vernieuwingsopgave infrastructuur’ van oktober 2023 en het position paper van NLingenieurs ‘Vernieuwing infrastructuur’, die wij eerder dit jaar hebben overhandigd aan minister Harbers en minister Madlener. Het gaat steeds meer gebreken vertonen, wat zorgt voor een toename van de onderhoudskosten.
De klimaatverandering vereist (extra) investering
Voor een deel van de infra, vooral bij de waterkeringen en dijken geldt dat we meer geld kwijt zijn aan klimaatbestendigheid van de objecten.
De krappe arbeidsmarkt
We hebben weinig geschikte mensen om deze hele Vervangings- en Renovatie opgave aan te kunnen. Ik zie dat de energietransitie die gelijktijdig loopt, trekt aan dezelfde technische geschoolde mensen.
Digitalisering
Digitalisering en het slimmer omgaan met onderhoud is een trend. Met sensoren op objecten, bijvoorbeeld bruggen, kun je onderhoud gaan voorspellen en beter inschatten welke onderhoudswerkzaamheden je nog een jaar of 10 à 15 kunt uitstellen.
Welke innovaties in de infrastructuur technologie zie jij als veelbelovend voor de toekomst?
Er zijn best wel wat innovaties, zoals bijvoorbeeld het werken met sensoren en het voorspellen van onderhoud, maar op de korte termijn vind ik ze nog niet veelbelovend. Daar ben ik ook eerlijk in: het staat nog in de kinderschoenen. Ik vind het heel belangrijk dat dit verder doorontwikkeld wordt en erin geïnvesteerd wordt. De komende 5 tot 10 jaar verwacht ik geen grote doorbraken, maar wel verdere ontwikkeling. We gaan er nog niet direct van profiteren.
Het is soms ook lastig om deze innovaties toe te passen. Ik zie het nog niet direct gebeuren dat wij sensoren in de stenen van een rivierbodem plaatsen om te signaleren of ze in de toekomst weer weg gaan spoelen. Dat is ook duur. Bij bruggen en sluizen zijn deze technieken beter toepasbaar.
Hoe heeft de klimaatverandering invloed op de manier waarop we onze infrastructuur ontwerpen en onderhouden?
Bij dijken en waterkeringen worden er steeds strengere eisen gesteld. Je moet voldoende hoogte zien te bereiken. Dat is lastig in situaties waar je heel weinig ruimte hebt voor dijken en keringen. Om rekening te houden met klimaat, moet het allemaal steeds zwaarder uitgevoerd worden. Als je een dijk hoger moet maken moet je ook heel vaak breder. Er zijn gelukkig wel slimme oplossingen waardoor we toch ruimte weten te besparen en de kering wel hoger weten te krijgen. De pieken in de regenval worden steeds intenser. Dit zie je bijvoorbeeld in de afvoeren van de kanalen en rivieren. Het bewegingswerk van de stuwen moet steeds vaker in werking treden. Dat betekent weer meer slijtage, en dus meer onderhoud.
Droogte en hitte veroorzaken met name problemen in stedelijk gebied, waar meer groen nodig is. De lijn-infra, zoals wegen en het spoor, hebben daar minder last van.
Welke stappen moeten de gemeentes nemen om hun infrastructuur duurzamer te maken?
Opdrachtgevers moeten voorschrijven dat er zoveel mogelijk circulaire materialen worden ingezet. Zij kunnen letten op de met de herbruikbaarheid van de materialen. Daar zijn steeds meer mogelijkheden voor. Denk maar aan houten bruggen of een combinatie van hout met nog wat ander materiaal.
Daarnaast moeten zij aandacht besteden aan het klimaatneutraal of emissieloos bouwen. Dit kunnen zij doen door voor lokale partijen te kiezen, die bouwmaterialen en materieel niet door het hele land behoeven te vervoeren.
Tenslotte kunnen zij vragen om een ontwerp dat aanpasbaar is aan het klimaat en over 30 à 40 jaar nog steeds bruikbaar is.
Moeten wij niet juist voor een kortere tijd gaan ontwerpen en zorgen dat de ontwerpen modulair, aanpasbaar en herbruikbaar zijn? Want over 40 jaar is de wereld zo veranderd dat wij weer hele andere eisen stellen en verwachtingen hebben van onze infrastructuur.
Ik hoor deze geluiden vaker, maar betwijfel of dat slim is. Als je een object lichter uitvoert, levert dat geen enorme kostenbesparing op. Natuurlijk is het wel aan te raden om iets te ontwerpen wat flexibel modulair en aanpasbaar is. Daar zie ik meer in, dan het ontwerpen voor een korte periode.
Hoe kunnen opdrachtgevers of overheden beter samenwerken met ingenieursbureaus om complexe projecten te realiseren?
Ik pleit voor andere vormen van samenwerking. Zoals het afsluiten van langjarige contracten en niet voor ieder object een aparte aanbesteding. Bij een langdurig contract kun je leren van elkaar en meer aandacht besteden aan innovatie.
Ga bepaalde typen objecten en projecten bundelen, zodat partijen daarin specialistischer kunnen worden en ook kunnen innoveren. Dit gebeurt ook nu al bij bepaalde typen objecten en projecten.
Overheden moeten werkzaamheden meer op elkaar afstemmen. Het is beter als de markt niet in één keer met een enorme piek aan projecten wordt belast, maar dat dit meer gelijkmatig verloopt. Het aantal technische mensen dat het moet uitvoeren is ook gewoon beperkt.
Het gebeurt regelmatig dat projecten veel duurder uitvallen dan gebudgetteerd. Wat vind je daarvan?
Een bekend voorbeeld hiervan is de Lelylijn. Deze werd ooit begroot op 3 miljard, maar werd gepauzeerd toen bleek dat dit 11 tot 13 miljard zou gaan kosten. Ik vind dat een beetje naïef. Als je weet dat één sluis op één locatie in Terneuzen al 1,2 miljard kost, dan kun je toch wel op je klompen aanvoelen dat een behoorlijk lang traject aan kilometers, zoals bij de Lelylijn hoger uit gaat vallen dan 3 miljard?
Daarbij wil ik wel zeggen, dat het soms nodig is om te investeren in de toekomst. Wij zijn nu ook heel blij dat er destijds geïnvesteerd is in de Afsluitdijk.
Wat gaat een gewone burger nou merken van de Vervangings- en renovatie-opgave in de komende jaren?
De gewone burger gaat merken dat er af en toe een object of kunstwerk buiten gebruik gesteld zal worden, omdat deze niet meer veilig zijn om nog te gebruiken. Dat zal naar verwachting steeds vaker voorkomen. En als er gewerkt wordt aan een spoorweg, verkeersweg of vaarweg, dan gaat dit echt overlast geven.
TNO heeft in het rapport aangegeven dat er extra middelen nodig zijn in de komende jaren om deze opgave aan te gaan. Wij zitten nu op 1,1 miljard en dat gaat dan richting de 2,2 of zelfs 2,4 miljard. Als deze middelen ingezet gaan worden, dan gaan er echt veel werkzaamheden plaatsvinden aan de infrastructuur en gaat de gewone burger dat zeker merken. Zij staan dan vaker in de file.
Heb je nog een oproep?
Ik wil onze branche oproepen om jonge mensen te interesseren voor ons vak. Het is misschien een beetje een open deur, maar blijkbaar blijft het toch moeilijk. Het is belangrijk dat er in de toekomst nog genoeg ingenieurs zijn die dit werk met passie doen.
--
Jan Wessels is lid van de Community Infra van Koninklijke NLingenieurs.