Kennismaken met... Koos Seerden
Maak kennis met het nieuwe bestuurslid Koos Seerden, Directeur van Rho Adviseurs. Hij zal zich inzetten voor een actieve samenwerking in innovatie tussen bureaus en de zichtbaarheid van de branche. Als penningmeester gaat hij voor een duurzaam, financieel gezonde vereniging.
Kun je jezelf even voorstellen?
Ik ben Koos Seerden, 62 jaar en woon in Halsteren, net boven Bergen op Zoom. Vanuit mijn woning loop ik direct het landgoedgebied met fort de Roovere in. Nu we veel thuiswerken is dat het begin van de dag. Ik ben getrouwd met Carin, heb twee zoons waarvan de een aan de TU Delft heeft gestudeerd en de ander aan het afstuderen is. Ik ben een muziek-, radio -en podcastluisteraar. Ik houd er van om te wandelen en fietsen in de natuur en lekker te eten en dingen te doen met Carin en vrienden. Ik kom oorspronkelijk uit Weert waar mijn ouders een winkel hadden. Als jonge twintiger werd ik bij Scouting (toen 125.000 leden) lid van het landelijk bestuur en voorzitter van de Jongerentak. Daar heb ik veel bestuurservaring opgedaan die ik later heb kunnen gebruiken in mijn werk, bij de BNSP, de EO Wijersstichting, VNO-NCW en nu bij Koninklijke NLingenieurs.
Waar werk je en in welke functie?
Ik ben planoloog en heb daarnaast een studie marktonderzoek en marketing gedaan. Ik ben na mijn studie in de jaren ‘80 gestart bij RBOI, de voorloper van Rho adviseurs. Rho adviseurs is een adviesbureau specifiek gericht op de ruimtelijke ordening dat van oudsher ook expertise heeft op milieu, verkeer, ecologie e.d. De oorsprong gaat terug naar 1928 toen het als instituut Stad&Landschap is opgericht door onder andere mijnheer Witteveen. Daar ben ik na 7,5 jaar vertrokken om elders een managementfunctie te kunnen bekleden, want dat was toen bij RBOI niet mogelijk. Na een tijd als vastgoedmanager bij een supermarktorganisatie en onderzoeksmanager bij een marktonderzoeksbureau te hebben gewerkt, ben ik teruggevraagd voor een directiefunctie bij RBOI. In 2013 ben ik daar directeur geworden, samen met Dick Takkebos. Midden in de crisis hebben we RBOI en Bureau Vijn omgebouwd tot Rho adviseurs. Ik vorm daar nu samen met Monique Lammens de directie. Mijn taken liggen op het gebied van markt en financiën. Naast mijn werk was ik bestuurslid en penningmeester van de BNSP en ben ik penningmeester van de EO Wijersstichting, een stichting die een prijsvraag organiseert voor regionaal ontwerp. Vanuit Koninklijke NLingenieurs ben ik voorzitter van de commissie Ruimte bij VNO-NCW.
Waarom heb je deze functie van penningmeester op je genomen?
Toen ik in 2013 de directiefunctie overnam van Jos van Wijk, nam ik zijn plaats over in de commissie Ruimte en Milieu bij Koninklijke NLingenieurs. Het was destijds crisis en de respectievelijke voorzitters van de commissie raakten een voor een hun baan kwijt. Daardoor ben ik, samen met Dirk van de Wetering van Antea Group, het voorzitterschap gaan bekleden. De afgelopen jaren hebben we onder andere de samenwerking tussen de bureaus met een ruimtelijke/planologische poot aangesloten bij Koninklijke NLingenieurs en de stedenbouwkundige met een planologische poot aangesloten bij BNSP verder vormgegeven en uitgebouwd, met name op het thema Omgevingswet onder de naam Kennislab. In de laatste brief van de Minister over de Omgevingswet is Kennislab uitgebreid aan de orde gekomen als samenwerkingspartner bij de uitvoering.
Ik heb gereageerd op een vacature in het bestuur om de aanpak van Kennislab voort te zetten en uit te werken in de gehele vereniging. Op de een of andere manier kwam toen de post van Penningmeester voorbij. Of het toeval is weet ik niet, maar onze beide zoons zijn in hun bestuursjaar thesaurier geweest bij Jansbrug in Delft.
Wat wil je bereiken in deze functie?
Ik wil proberen of we de opgedane ervaringen in Kennislab, in onze rol bij de Omgevingswet en in het (betaald) gezamenlijk uitvoeren van innovatieve projecten voor het ministerie, VNG en NPRES breder kunnen toepassen in de vereniging. Deze aanpak heeft niet alleen geresulteerd in een koploperspositie op deze onderwerpen in de markt, maar ook in het zijn van een relevante samenwerkingspartij voor de beleidsmakers en de politiek. Als penningmeester wil ik natuurlijk zorgdragen voor een duurzame, gezonde vereniging. Daarbij wil ik onderzoeken of we nog meer activiteiten en meerwaarde voor onze leden kunnen hebben door ook andere opbrengsten te genereren.